MINERALEN

Mineralen worden vaak gezien als de ‘kleine broertjes’ van vitamines ook al zijn ze essentieel voor het leven. Mineralen kunnen niet gesynthetiseerd (aangemaakt) worden door het lichaam en moeten dus uit de voeding gehaald worden. Interessant genoeg werken vitamines ook minder goed bij iemand die een mineralentekort heeft.

Moderne landbouwtechnieken en methodes van voedselbewerking hebben ervoor gezorgd dat het mineraalgehalte van onze voeding opvallend verminderd is, waardoor een mineralentekort steeds vaker voorkomt in onze maatschappij.
Overmatig gebruik van vochtafdrijvers zoals thee en koffie (mens), enzymdeficiënties, stress en erfelijke factoren lijken tevens verantwoordelijk te zijn voor toegenomen mineralentekorten bij de moderne mens en dier.

WAT ZIJN CELZOUTEN?

Eén van de mensen die zich in de 19e eeuw intensief bezighielden met mineralen in het menselijk lichaam, was Wilhelm Heinrich Schüssler. Uit zijn onderzoek zijn de Schüssler Celzouten ontstaan, een ondersteuning van de gezondheid, waarbij de tekorten in de mineraalzouten (celzouten) zoals die in het lichaam aanwezig zijn, op celniveau kunnen worden aangevuld.

Schüssler zocht naar een eenvoudige manier van ondersteuning van het lichaam en ging daartoe storingen, die wij ziektes noemen, grondig onderzoeken. Hij kwam tot de conclusie dat de meeste ziektes op een tekort aan mineraalzouten terug te voeren zijn. En wel op een heel specifiek tekort: een tekort binnen in de cel. Schüssler kwam tot het inzicht dat de gezondheid van de cel en daarmee de gezondheid van het lichaam, ontstaat door het aanvullen van deze tekorten.

 

Door zieke cellen te herstellen worden ze weer geprikkeld om voldoende voedingsstoffen op te nemen en zichzelf te herstellen.